Terug naar het GGZ

Net stond ik voor de spiegel. Ik staarde naar de nieuwe ketting om mijn nek. Een ronde steen. Tijgeroog. Hoort bij het sterrenbeeld Tweelingen. Zou je extra moed moeten geven. Ik hoopte het maar, want morgen moet ik op excuus-tour.
De zichtbare aardlagen in de bruine steen, ietwat schuin lopend zoals de lagen in een mijnschacht, schitterde in het licht van de badkamer.

Ik beschouw mezelf niet als een spiritueel type, maar sinds ik afgelopen weekend op de verjaardag van mijn vriendin bijna een paar kinderen in elkaar heb geslagen, en een deur bij een argeloos gezinnetje  heb ingetrapt, nadat een roedel kinderen ons de hele dag had lopen sarren, besloot ik dat ik alle hulp kon gebruiken die (al dan niet) voorhanden was om rustig te blijven.

‘Waarom ben ik niet de productdesigner geworden die ik bestemd was te worden,’ vroeg ik mezelf kijkend in de spiegel af. ‘Waarom deze eeuwige loser met twee diagnoses en een depressie?’

Bijgeloof
Ik dacht terug aan mijn overleden oma. Ze was ter aarde gegaan met een Biostabiel om haar nek, besteld bij de Amerikaanse webwinkel Tell-Sell. De Biostabiel was een goudkleurige munt, gevuld met geneeskrachtig zand. Mijn oma; een lang en geteisterd leven, voelde dat ze er baat bij had.
Nu ik er aan terug denk, herinner ik me hoeveel jonger haar gezicht er uit zag toen zij in haar kist lag. Wel minstens twintig jaar aan rimpels leek in één kalmerende zweem tenietgedaan. Wat een troostend gezicht was dat. Een situatie waarin men zei: Ze heeft rust gevonden.
De Biostabiel echter, bleek helemaal niet gevuld met zand uit een bijzondere woestijn. Het was ordinair  zand dat de oplichter in kwestie achteloos ergens vandaan had gehaald. Treurig dacht ik vanaf dat moment altijd terug aan de spirituele oplichterij waarmee zij begraven was. De hoop die ze had geput uit iets dat in essentie niets was. Had ze maar concrete hulp gekregen voor de problemen die ze met die munt probeerde af te vloeien.

Hoewel ik aan haar zou kunnen rapporteren, door middel van nog lopend veldonderzoek hier op aarde 20 jaar later, dat juiste hulp vinden gigantisch moeilijk is. Nabij onmogelijk.

Het GGZ
De steen hadden mijn vriendin en ik gekocht omdat we die middag net naar het GGZ waren geweest, en even de bad vibes van ons af wilde schudden. We zochten onze heil in een spiritueel winkeltje, met absurd veel soorten dromenvangers. Ook kochten we bosjes salie, om haar huis en onszelf te reinigen van de bad vibes van die jengelende kinderen, en mijn geweldsuitbarsting die daarop had gevolgd.

De bad vibes bij het GGZ waren natuurlijk alweer vroeg begonnen. Een half jaar geleden, op een zonnige doordeweekse dag.
Mijn vriendin was ook mee. Gelaten liepen we een gebouw in dat “De Herstel Academie” genoemd werd. (Het verbaast mij dat je de term ‘Academie’ zomaar mag voeren. Daar voor had het ‘Herstelwerkplaats’ geheten wat ik veel passender vond voor de middelmatige cursussen die ze er geven.)
We werden onthaald door een overenthousiaste ervaringsdeskundige die onze komst als een soort feest presenteerde, waarop wij heimelijk sarcastische blikken uitwisselden. Ze had werkelijk zo uit een scene van ‘De Luizenmoeder’ kunnen stappen en toen ze mij vroeg of ze er bij mocht zijn voor leerdoeleinden, sloeg ik haar verzoek af met het argument dat het binnen al zo druk was.

Pillen
Er was, na dat half jaar wachttijd, inderdaad een heel team opgetrommeld allemaal voor mijn problematische ikje. Ze hadden misschien beter drie mensen minder naar mijn intake kunnen laten komen om op die manier de wachtlijsttijden voor velen anderen te verkorten. Maar de mysterieuze wateren van het GGZ zijn ondoorgrondelijk en zodoende zaten er dus drie personen en een beeldscherm tegenover mij.
‘Het is eigenlijk heel simpel,’ zei ik toen mij naar mijn hulpvraag werd gevraagd, ‘ik zoek uitsluitend  medische behandeling.’
‘Dat komt vrij weinig voor, dat mensen hier komen met uitsluitend een medische hulpvraag,’ spraak de psychiater vanuit het beeldscherm.
Dit verbaasde mij.
‘Tja, ik heb al verschillende psychologen geprobeerd, maar het gaat eigenlijk nooit goed. Aan de andere kant ben ik best bang voor een medicijnverandering, want ik heb slechte ervaringen in het verleden. Ik heb eens Fluvoxamine gebruikt en dat was alsof ik achter een glasscherm leefde.’
De vrouwelijke psychiater knikte meelevend. Hoewel ze aanvankelijk Lithium aanraadde als vervanger voor mijn huidige antipsychoticum, raadde een vriendin van mijn vriendin ons dat geschrokken af: Ze had epileptische aanvallen van het spul gekregen en die nacht naar de wc moeten kruipen. Een beeldbel sessie later besloot de psychiater dan ook dat ‘t het beste was om mijn bestaande antipsychoticum Quetiapine op te bouwen in een poging het buitenissige angstremmergebruik in te dammen. Ze liet mij liever in mijn comfortzone, ook omdat ik gevraagd had of er iemand was die mijn medicijn overstap kon begeleiden en die ik kon bellen als ik in paniek raakte; en dat hadden ze niet.

Een groepscursus
Verder bood de ervaringsdeskundige die er bij zat en eigenlijk het meest toegankelijk overkwam me deelname aan haar groepscursus aan, die over de zin van het leven ging. Hoewel het me uitermate geschikt leek aangezien ik die toch heel vaak kwijt was, bleek het achteraf om een religieuze cursus te gaan, met een “geestelijk verzorger” er bij, zoals dat heet. Dat een geestelijk verzorger religieuze praktijken inhield wist ik niet en vertelde mijn vriendin me later. De ervaringsdeskundige had openhartig over haar bipolaire stoornis verteld en haar positieve ervaring met Lithium. Ze liet ook wel vallen dat ze in De Heer was, maar ik ging er in eerste instantie vanuit dat dat buiten de cursus om was.
Geschrokken belde ik de cursus ‘Zingeving’ dus maar af en verruilde die voor een cursus ‘Zelfbeeld’.
Het is niet dat ik iets tegen gelovige mensen heb, maar ik heb bij mijn psychotische tante gezien hoe onhandig de combinatie religie en wanen is, aangezien zij al haar wanen nu aan God toeschrijft. En ik vermoed dat menig zelfbenoemde goeroe op die manier onze menselijke geschiedenis ingewandeld is. Bovendien moet ik schromelijk bekennen dat ik met mijn persoonlijke hysterie ook menig keer de spirituele, religieuze fuik ben ingezwommen. Vermijden dus!

Een nieuwe diagnose
Op aandringen van mijn coach gaf ik nog door dat zij het wél heel belangrijk vond dat ik met een psycholoog sprak. Ietwat onwillig werd ik dus doorverwezen naar een mevrouw die een “Lifechart” met mij zou bijhouden, een standaard protocol voor Bipolaire mensen. Want dat was de stoornis die zo stilletjes aan gesteld werd: Bipolair ll. Of manisch depressief, ik geloof niet dat er een verschil is.
Natuurlijk had ik zelf mijn afgenomen affiniteit met de diagnose autisme aangekaart en mijn vermoeden van manie. (Met name mijn vriendin kon mijn manische episoden onderschrijven.)

‘Uiteindelijk heb ik zelf de laatste twijfels maar van tafel geveegd door ze het verhaal van de Appelstaf te vertellen…’ lichtte ik mijn autismecoach later enigszins verslagen toe.
‘Oh nee…’ zuchtte ze.
‘Ik wist toch wel dat ze daarop zouden toehappen.’
De appelstaf was een zelfbedacht werktuig dat ik enige zomers geleden van een halve colafles en een stok in elkaar geflanst had. Het ding was erg handig om rijpe appeltjes mee uit de gemeentebomen te draaien, wat ik daarna ook ten overvloede gedaan had. Het ontwerp leek me zo goedkoop en simpel te bouwen, dat ik overwoog het op social media te delen. Dit was er nooit van gekomen, maar het hele verhaal gaf de psychiater het laatste zetje om mij met Bipolaire stoornis ll te diagnosticeren.
Het was een paar dagen later en hoewel ik positief was over de nieuwe hulp en vol verwachting, hakte de somberheid over het zijn van Bipolair er uiteindelijk toch wel in.
Nog gekker… Weer een diagnose… Zou ik ooit nog normaal kunnen meedraaien? Strijdbaar verkondigde ik aan mijn vriendin dat ik het meer zag als twee halve diagnoses in plaats van twee gestapelde: Een stukje autisme en een stukje bipolair. Toch deed het zeer, om een reden die ik pas nu onder woorden kan brengen:

Bipolair impliceert eigenlijk dat je emoties niet serieus te nemen zijn. En in het verlengde er van dat jij als bipolaire persoon niet serieus te nemen valt.

De Zelfbeeld cursus
Toen de cursus aanving bleek het waardeloos te zijn. Een verfomfaaide psychiatrisch verpleegkundige en een ervaringsdeskundig meisje werkte ons in lome uren door de stof heen door die uit de map voor te lezen en er was gigantisch veel huiswerk. We moesten lijstjes maken van dingen die we goed aan onszelf vonden om onze positieve kanten te ontdekken.
Alsof ik dat niet wist; wat mijn positieve kanten zijn… Wat een tegenvaller dit. Het hele boek bleek er over voort te borduren.
Ook waren er leerdoelen die we onszelf moesten stellen die op een onnodig complexe manier gedestilleerd dienden te worden (niemand kwam er uit).
Mijn medecursisten waren stuk voor stuk onzekere hoopjes mens en als ik mezelf met hun vergeleek, ontbrak het me niet bepaald aan zelfvertrouwen. Ik vond dat de psychiatrisch verpleegkundige naar deed tegen een vrouw die zo depressief was dat ze nog maar nauwelijks overeind kon zitten. Waarom kreeg het arme mens geen toegang tot individuele therapie? De psychiatrisch verpleegkundige deed maar alsof het normaal was dat ze er zo bij zat en bleef grapjes maken, maar dat was het niet, het was juist heel verontrustend dat het als normaal beschouwd werd.
Ook vloog er eens een soort weirde autismestorm door de klas, toen een meisje begon met het “opbiechten” van haar autisme. Om haar te helpen zei ik daarna: ‘Ik ook hoor,’ aangezien de rest van de klas nooit een woord durfde uit te brengen. Daarna barstte het los en de helft van de vrouwen in de klas plus cursusleider namen aanstoot aan het moment om te vertellen dat ze ook autisme hadden.
Toch vond ik het iets doms hebben, hoe alle vrouwen met autisme opeens vertrouwelijke blikken uitwisselde (en voor het zelfvertrouwen van de rest van de klas was het al helemáál niet goed).

Vrouwen en de diagnose autisme
Het is fijn voor vrouwen dat de toegang tot zo’n spectaculaire diagnose voor hen ontsloten is, een decennium geleden werd ie slechts aan mannen toegekend. Vrouwen waren maar hysterisch, of borderline, of iets anders irritants en zeker niet goed genoeg voor zo’n complexe diagnose.
Autisme is een hele mysterieuze diagnose, en van alle diagnoses waarschijnlijk degene met het meest positieve stigma. Het doet mensen denken aan uitzonderlijke talent, slechts gevonden in een handje vol eenzame protagonisten…
Het is helaas ook de diagnose die het meest aansluit op de eigengeilerij van het individualisme. Hoewel mensen met autisme vaak wat aparter gedrag vertonen, kan het krijgen van de diagnose dat ook juist in de hand werken.
‘Nu kan ik eindelijk mezelf zijn,’ is het algemene credo van de hoog functionerende mannen en vrouwen die tegenwoordig de diagnose krijgen, en met nieuwe fascinatie bekijken ze zichzelf in de spiegel. Iedereen moet nu plaatsmaken voor hun speciale behoefte en apart gedrag moet “gewoon geaccepteerd” worden.
Maar bij mij duurde het vervolgens wel een tijdje voordat ik weer in balans had waar apart gedrag eindigde en de gewone ik begon; In mijn zoektocht naar balans met deze gigantische nieuwe “identiteitsbeslisser” moest ik oppassen dat ik me niet te frivool ging gedragen om mijn diagnose te bevestigen.
Online wordt er door een grote groep autistische mensen/profielen hard geëmancipeerd: Met stigma’s wordt boos afgerekend en iedere kleine variatie waar autisme aan ten grondslag kan liggen wordt uitvergroot. Op zich is een bepaalde overdrevenheid een natuurlijke fase in iedere emancipatie, en zal ik zeker niet de enige zijn die zijn persoonlijke balans weer moet hervinden na diagnose. Maar soms vind ik autistjes wel een beetje ijdel. Hoewel het goed mogelijk was dat ik slechts mijzelf in hun gespiegeld zag.

Hoe dan ook na twee keer ben ik bij de cursus weggegaan. Het was niets voor mij en de over-gesimplificeerde manier waarmee er met het thema zelfvertrouwen werd omgegaan maakte me moedeloos.