Aiden en de Rijkdom Regels

Vandaag mag ik bij de zitting van voorzitter Mizyaky zijn. Hij sprak me bij de voordeur aan. (Voor hem heeft de Verhalen Rechtbank een grote goud-marmeren ingang.) Ik boog met mijn gezicht naar de grond, meerdere keren, om hem op zijn gemak te laten voelen. Daarna praatte we wat in Japans. Ik spreek vrij veel talen. Vooral als mensen vanuit hun emotie vertellen pik ik de taal snel op. Dat was overigens niet het geval met mijnheer Mizyaky. Er was nauwelijks iets van zijn ziel over. Zijn lichaam was een vage a-morphe klomp en zijn hoofd een groot ding dat daarop willoos balanceerde. Het was niet de eerste keer dat ik een overledene in zo’n toestand aantrof, maar toch was mijnheer Mizyaky er ernstig aan toe.

De staat van de klomp – zijn geesteslichaam- zijn ziel, was er zo aan toe omdat hij zijn leven lang gewerkt had. Alle energie was bij zijn hoofd gaan zitten dat nu een uitvergroot leven leidde. Mijnheer Mizyaky vertelde mij over zijn bedrijf. Hij had geen dag voorbij laten gaan om er voor te strijden: Aandelenkoersen hadden zich verhoogt, productie kosten had hij weten te verlagen door in de lagelonenlanden die toch al voor de firma werkte te zoeken naar fabriekseigenaren die bereid waren voor nog minder te produceren. ‘Met de opbrengst,’ vertelde mijnheer Mizyaky, ‘had hij zijn zoons laten studeren in het buitenland en zijn vrouw een goed leven gegeven.’ Trots keek hij mij van achter zijn halfronde brilletje aan. De vierkante bruine blob, die hij zo stevig bij het lemmet bleef vasthouden zal zijn koffertje geweest zijn.

Mijnheer Mizyaky had ook dure bolides gereden, hoewel hij dat het grootste deel van de tijd niet doorhad, aangezien hij gereden werd door een chauffeur en onderweg altijd papierwerk doornam. ‘Maar heeft u alleen u vrouw en kinderen kunnen ondersteunen met uw inkomen?’ vroeg ik hem. ‘Nee natuurlijk niet,’ zei hij, ‘ook mijn personeel heeft een respectabel leven kunnen leiden door hun inkomen. Ik heb duizenden mensen elke dag bestaanszekerheid gegeven en een reden om uit bed te komen.’ Ik boog mijn hoofd weer en knikte vriendelijk. De eerste hints waren uitgesproken, meer was mij niet te doen, Brent zou het van hier af aan overnemen. Ik moest mijnheer Mizyaky alleen naar de rechtszaal brengen. Brent en de andere rechters zouden hier nog een hele klus aan hebben, om mijnheer Mizyaky te doen inzien. En dat was precies het soort klus waar ik getuigen van wilde zijn. Als ik ooit het beroep van Verhaalrechter wilde beoefenen lag hier een grote mogelijkheid. Ik besloot Barbara te vragen of ze de deurdienst voor me wilde overnemen. Het was maar een halve maan of wat. ‘Mag ik dan het Dashboard van de Hemelse Verwachting besturen?’ vroeg ze uitgelaten. Zo zie je maar weer dat iedereen zijn persoonlijke klim naar de top bezigt. ‘Ja zeker,’ zei ik plechtig. ‘Alleen ga niet meteen overboard‘ grijnsde ik. Kort legde ik de systemen van het board uit. Waarschijnlijk lezer, had je eerder een heilige ring, of een staf verwacht. Maar wij gaan óók met onze tijd mee. Tenzij er een cliënt met ouderwetse verwachtingen binnen komt, dan is het inderdaad weer gewoon zwaard of staf.

Brent kwam aanzweven in de vorm van één van de kleinere tempelgoden waartoe mijnheer Mizyaky in zijn leven gebeden had. Mijnheer Mizyaky viel op zijn knieën in aanbidding. Brent knikte naar mijnheer Mizyaky en zei met zware stem:’ Welkom, volgt u mij’. Ik volgde hen op een drafje, mijnheer Mizyaky’s idee van het hiernamaals in.

0