Dit was 31 (gefeliciteerd, overleeft)

Luistertip bij deze blog: Field music

Over een half uur word ik 32.
Ik kijk in de spiegel,
nadat ik met mijn ex witte wijn heb gedronken,
nadat ik weer eens meer spullen heb gekocht dan gebruikt voor mijn nieuwe huis.
Ik zie vet haar langs mijn gezicht hangen, glimmend in de weerspiegeling van het badkamerlicht.
Mijn ex heeft het vandaag geknipt, omdat kapperszaken nog steeds besmettelijk kunnen zijn.
Ik stond in de keuken en staarde naar haar messenset aan de muur, terwijl de schaar door mijn haar knisperden.
Ik kijk in de spiegel en grijns, na de lachbui die ik met haar had. Onze lippen die kuste.
‘Weet je wat ik nog het ergste vind aan ouder worden? Dat ik steeds minder zin in seks heb,’ zei ik.
‘We moeten echt weer eens seks hebben,’ zei mijn ex.
‘Weet ik, maar in juni. Jij pusht steeds naar mei.’
‘Jij teased me de hele tijd!’ zegt ze en ze zet haar nageltjes in mijn rug. O, hoe ik dat heb gemist.
‘Hoe lang zijn we al uit elkaar? Sinds wanneer hebben we het niet meer gedaan?’
‘November.’
We hebben een mooie documentaire op Netflix gekeken over vogelaars in Amerika en Mexico.
Stokbrood met kruidenboter en geitenkaas gegeten. Twee stroopwafels op de thee gewarmd. Serranoham uit het pakje.
Daarna heb ik lang in de zon gezeten, mijmerend dat het toch een mooie laatste jaardag was.

Nu ik in de spiegel kijk zie ik grijze wallen onder mijn ogen.
Er was een zweem van somberheid na de wijn.
Ik dronk drie glazen in het uur.
‘Als het geen lekkere wijn is, is het door-drink wijn,’ zei ik tegen mijn ex.
Ik drukte de somberheid weg.
‘Gister toen ik Tai-bo aan het doen was moest ik opeens huilen,’ zei ze.
‘Dat heb ik ook wel eens, gewoon random tears opeens. Het hoort er denk ik bij.’

We rijden in mijn auto, die bedolven is onder een vreemde laag plakzooi, dat uit de boom gevallen is waaronder ie stond. Het was zo dik als lijm en ik moest het met zeep en papier van de ramen boenen voordat ik kon wegrijden.
‘Waarom hebben die andere auto’s dat nooit?’ klaag ik.
We rijden langs andere bomen, maar daaronder staan alleen schone auto’s.
Het is denk ik net zoals in mijn leven: Ik wordt nu eenmaal vies van dingen die anderen niet blijken te deren.
Ik probeer het te accepteren. Elke auto is anders.
‘Voordat ik de vogels bestudeerde, at ik ze,’ zei de Mexicaanse vogelaar in de documentaire.
‘Nu weet ik dat iedere vogel er is voor een reden. Zelfs als ie lelijk is en niet mooi zingt, heeft hij een plek op de aarde en moet hij er zijn om die te vervullen’.

Mijn nieuwe onderbuurman deed in zijn onderbroek open toen ik me kwam voorstellen. Hij rookt de hele dag waterpijp, wat een doordringende zoete geur achter laat in het portiek.
En werkt vermoedelijk niet.
Hij heeft tribal tatoeages op zijn arm en een hond genaamd Angel. Zijn tuin lijkt op een vuilnisbelt en ook zijn voordeur verdwijnt half achter de troep.

Mijn buurvrouw haar huis is zo’n zooitje dat ze de deur nauwelijks kon openen: Waar het bij hem buiten de deur staat, is het bij haar van binnen. Ze heeft een timide zoontje van een jaar of vijf die geen gedag durfde te zeggen.

Op een vreemde manier inspireerde dat alles me.
Ik die altijd dacht aan die hoge standaarden waarin je het leven tot bloei moest brengen.
Ik had zin om een gezellige cavia te kopen en daarmee gewoon lekker op de bank te gaan zitten kroelen, zonder me ook nog maar ergens wat van aan te trekken.