Terwijl ik in mijn vorige blog nog voluit fantaseerde over een zelfverkozen einde, heb ik de afgelopen maanden niets anders gedaan dan preppen voor de op handen zijnde pandemie.
Het schrikbeeld wat mij daartoe bewoog had misschien niet zo zeer met de dood te maken, als wel het lijden onder die vreselijke ziekte en het liggen in een ziekenhuis waar constante prikkels zijn.
Want Sartre zei het al -en dit geldt dubbel voor autisten- : “De hel, dat zijn de anderen”.
Vooral dit beeld staat me steeds voor de geest: Dat ik dan gedwongen op mijn rug lig in een ruimte waarin dag en nacht het licht aan staat. Patiënten die voortdurend liggen te reutelen tot ze sterven, apparaten die constant piepen, verplegers die praten.
En ik die mij op geen enkele manier kan afsluiten van al die ellendige drukte. Het zou de hel zijn om daarin terecht te komen met mijn overspannen geest.
De tweede angst is de engheid van de ziekte zelf. Tijdens het Nieuwjaar waren mijn moeder, diens man en ik twee weken onderhevig aan een hardnekkige griep en ook toen voelde ik mij zo miserabel dat ik niet meer wilde leven. Ik was helemaal nergens meer van de koorts en kon niets anders dan het ongelukkig uitzitten. Sinds de nog steeds onopgeloste mentale problemen van een paar jaar geleden, heb ik nu eenmaal last van een flinterdunne levensmotivatie.
Natuurlijk klaarde na de koorts ook het humeur op.
Maar dan te bedenken dat die Covid 19 je zo ziek kan maken dat je dagen lang kortademig bent. Op zo’n moment zou ik alleen maar bang en letterlijk benauwd zijn voor de dood. Die niet ineens komt, maar je eerst uren lang doet happen naar adem voor hij je uiteindelijk vergiffenis schenkt.
Angst voor lijden is in dezen dus mijn grootste drijfveer geweest om honderden euro’s uit te geven aan prepmiddelen en boodschappen.
Tegen de tijd dat de halve bevolking begon met hamsteren had ik mijn prep al weken klaar. Van tekorten heb ik dan ook nooit wat gezien, hoewel ik wel de hand legde op de laatste flesjes ontsmetter in de meeste drogisterijen. Ook mondmaskers heb ik. Ze zijn eigenlijk bedoeld voor mijn familie en mij. Want als het om deze verknipte wereld gaat, is mijn familie het enige wat mijn prioriteit heeft. Mijn familie en mijn ex trouwens, want aangezien we beide mentale problemen hebben, zijn we nu elkaars corona safe-person. Dat begrip hebben we in de wereld gezet en betekend dat we elkaar door deze crisis zullen slepen. En aangezien ze mij ook hebben laten bengelen, kan de rest van de mensheid het van mij part zelf uitzoeken. Hadden ze maar geen VVD moeten stemmen met al zijn hervormingen in de GGZ.
Hoewel ik wel enige gewetenswroeging voel jegens de ziekenhuisverpleegsters die steeds met een dreigend tekort aan mondkapjes kampen. Maar aangezien mijn moeder als ex-verpleegster is opgeroepen, kan ik als zij de frontlinie betreed altijd nog bepalen om mijn kostbare waar mee te geven.
Preppen voor losers?
Nadat menig winkelpersoneel mij fronsend had nagekeken en een vrouw bij de supermarkt mij openlijk voor schut probeerde te zetten vanwege de prep boodschappen op de band, sloeg de realisatie dat voorraden opbouwen nog wel eens van nut kon zijn, gelukkig ook bij mijn ex en moeder in. Doordat ik zelf op tijd alle controle had genomen die ik maar mogelijkerwijs kon hebben, kon ik mij nu op hun richten.
Mijn moeder is wel goed in preppen en heeft standaard bepaalde dingen op voorraad voor als de wereld vergaat (ik heb het niet van een vreemde), maar mijn ex had nog wel enige aanmoediging nodig om echt even serieus inkopen te doen. Ze heeft een slechte gezondheid, en dat maakte voorbereiding extra belangrijk. Achteraf was ze er blij mee.