Huizenstress XV: Campinghygiëne

Ik werd om godvergeten 8 uur wakker. Dit was gister al voorzien, want in mijn ellenlange zoektocht naar gerechtigheid kán het zijn dat er iemand van de gemeente terugbelt, gedurende de komende twee dagen tussen de gezegende tijden – je raad het al – 9 uur s’ ochtends en 5 uur s’ avonds…
En omdat het een heel belangrijk telefoontje is kan ik het me niet permitteren het te missen.
God ze zouden eens een beetje rekening moeten houden met overspannen, autistische alleskutters zoals mij. En het is verdomme ondertussen – wat?- 15 procent van de mensen die overspannen rondloopt/ligt, dus waarom is hier nog geen beleid voor? Oh ja, omdat beleid altijd 15 jaar achterloopt op kennis… In deze impotente kutwereld. Heb ik al kutwereld gezegd?

En dan dat belachelijke gesprek met die eerste secretaresse (of hoe dat dan ook heet tegenwoordig) afgelopen week. Ik probeerde mezelf door te laten verbinden met de gemeenteafdeling voor handhaving om een anonieme klacht te deponeren over het gedrag van mijn hospita. Het grietje (zo’n provinciaals dom kutje, dat hoorde je aan alles) zei dat ze uit privacy overwegingen de namen van de betreffende collega’s niet mocht opnoemen. Vervolgens, bel ik gister met een andere secretaresse, omdat ik in geen dagen repliek heb gekregen en noemt ze plompverloren alle namen van de mensen op die afdeling op!
‘Wie wilt u dat u terugbelt mevrouw? Mijnheer Keessen, van Vliet, Agabi, of Jaspers?’
Dat van die privacy was dus klinkklare onzin en deed ze alleen uit onwil of onkunde!

En dit soort impotent gekut is het dus altijd met de gemeente. Ze zei er nog bij:
‘Het KAN dat je teruggebeld wordt binnen twee werkdagen’.
(Kortom, het kan ook dat het níet gebeurd) ‘en dan moet u ons weer bellen.’
Ik genoot dit privilege overigens pas nadat ik had aangegeven dat ik al gemaild had, maar geen antwoord kreeg. Aan de hand daarvan raadde ze me toch vooral aan de enquête over de serviceverbetering van de gemeente in te vullen… Nooit een mail van gezien…
God behoede voor overheidsinstellingen. En eigenlijk alle instellingen die er bestaan.

Dus nu zit ik al de hele dag aan mijn telefoon vast geplakt. Ik heb het volume extreem hard gezet. Nadat ik een uur lang in mijn bed heb liggen mijmeren wat ik in vredesnaam aan moet met deze stralende ochtend, want de zon schijnt ondertussen hevig.

  • Gamen? (Nee te vermoeiend)
  • Tekenen? (Nee te… gewoon niet)
  • Computer opruimen? (Misschien)
  • Appeltaart bakken? (Nee te vroeg voor)
  • Opruimen/schoonmaken? (Nee te zinloos)

Wandelen bleek het beste idee te zijn, al is het alleen al uit gezondheidsoverwegingen; de zon schijnt, dus vitamine D (die bij mij altijd laag zijn) en bovendien voor de lijn. Dus wandelen won de prijs, maar is nog niet uitgevoerd.

Campinghygiëne
Nu ik een reden had om op te staan, toog ik met mijn washandje en handdoekje op een kledinghanger en toilettasje naar de badkamer van mijn ouderlijk huis.
Het voelt tegenwoordig permanent als kamperen. De hygiëne is niet mijn hygiëne. Als je een paar ochtenden achtereen een gigantische drol uit de pot ziet steken, is het met je eetlust wel gedaan. Dat en:

  • Open afvalbakjes met alles er in wat je je maar kunt voorstellen
  • Remsporen
  • Bloedsporen
  • Haren van iedereen
  • Haren van de hond
  • Onzichtbare schimmels
  • Glibberige deurkrukken
  • Harige tegels
  • Stoffige hoekjes
  • Vieze hoekjes
  • En veel gezelligheid

Dat is dus de ellende van niet je eigen huis hebben: andermans hygiëne. Ik uitte een vriendelijk protest in de gezinsapp omdat ik geen chagrijn wilde zijn. De remsporen verdwenen voor drie dagen, maar daarna verschenen de punt-komma’s weer in de pot.
In de douche probeerde ik een niet-vieze plek voor mijn toilettasje te vinden. Dat was niet zo moeilijk. Maar voor mijn handdoek was het kiezen tussen:

  • Het verroeste verwarmingsrek dat roestsporen achterlaat op je handdoek
  • De rand van de andere wasbak die haren achterlaat op je handdoek; en
  • De bruinige-aanslag rand van de wasmand.

De wasmandrand won.
Toen mijn pyjama. Daar waren nog twee plaatsen voor over:

  • Een krukje met vieze bruine aanslag, of
  • De harige rand van de andere wasbak.

De wasbak won.
De badrand had ook gekund, maar die was nog hariger.
En bij iedere aanraking van een deurklink nadat ik mijn gezicht heb gewassen heb ik het gevoel dat ik bacteriën verspreid over mijn gezicht als ik het insmeer met dagcrème.
Bij iedere blote voet waar ik s’ nachts op naar de wc loop heb ik het idee dat er een voetschimmel achter blijft. Sokken aan doen heeft geen zin, want dan worden mijn sokken door al het hondenhaar weer wandelende haarballen.
Echt lekker zitten op de badrand in de badkamer, of even uitgebreid toilet houden en jezelf verzorgen, is er niet bij. Het is zoals in de openbare toiletruimte op de camping: Je doet je ding snel en staande, om zo min mogelijk aan te raken. Als je dan klaar bent met “opfrissen” vrees je op de terugweg naar je tentje voor al die plekken die jij en jou spullen hebben aangeraakt, waardoor besmettingsgevaar kan zijn ontstaan.

Smetvrees
Je denkt na over alle plekken waar mensen met hun schoenen hebben gestaan en jij nu met je bloten voeten.
Je denkt na over E-coli bacteriën, die onder hun schoenen bleven kleven en in de badkamer terecht kwamen en nu onder jou voeten nestelen. E-coli bacteriën van welk dier? Een hond? En de dingen in het openbaar vervoer de jou nieuwe huisgenoten aanraakten op hun weg naar werk of school.
Die nu onvermijdelijk op de deurklinken, theekannen en ladengreepjes verspreid door het huis zitten. Je denkt na over de hygiëne van andere mensen in het OV die hen met die bacteriën opzadelde: Een harige vent die zijn handen niet goed waste nadat hij zijn anus met een te dun closetpapiertje heeft afgeveegd. Of dat ie in het ziekenhuis zijn zieke vrouw ging bezoeken en het daar wemelde van de bacteriën tussen die zieke mensen. Gevaarlijke bacteriën, die hij opving en afsmeerde aan de deurklink van de trein vlak voordat jou zusje de zelfde deurklink betaste. En nu zitten ze in de badkamer op de rand van de wasbak. Waar jij radeloos je handdoek neerlegt. De handdoek waarmee je daarna je frisgewassen gezicht afdroogt. Smeer, smeer. Daarna volgt een laag dagcrème, die de bacteriën lekker vettig inkapselt. Het is dezelfde handdoek die je ook gebruikt om je elektrische tandenborstel en tongborstel aan af te vegen nadat je ze uitgebreid hebt schoon gespoeld, omdat je ze op je kamer bewaart uit vrees voor viezigheid. Je had er liever een aparte handdoek voor gehad, maar je kampeert dus dat is onpraktisch. Je wilt je handdoek niet in de badkamer bij de anderen hangen, want naast de roestvlekken, vrees je ook dat iemand er zijn handen aan af zou vegen (je weet dat je dat zelf ook altijd doet), wat het proces van die ziekenhuis E-coli bacteriën alleen maar bespoedigd…

En dan denk je aan wat de dokter eens gezegd heeft: Dat bacteriën zich eigenlijk helemaal niet verminderen als je je handen wast.

Man ik mis de ongedeelde hygiëne van mijn eigen huis om mij heen…

En ik voorzie nu al dat de man van de gemeente precies zal bellen als ik op de wc zit. Zal je net zien.

Advertentie

2 Comments

    1. Oke de terugbel score is als volgt geworden: 1. Ik moest KEIhard naar mijn zolderkamer rennen omdat ik mijn telefoon één petiterig momentje alleen had gelaten. 2. Ik werd na een zware nacht om 8 uur wakker gebeld. X-D

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.