Huizenstres XIII: Stankoverlast

Afgelopen week is het gebeurd: De nieuwe bewoners zijn naast en boven mij ingetrokken. Gelaten heb ik de verhuizing afgewacht om te ontdekken of met het geluid te leven viel.

Na de recorder te hebben geïnstalleerd om geluidsoverlast te registreren voor in de rechtbank, ben ik bij mijn moeder gaan logeren. En toen ben ik  aan het bakken geslagen.
Mijn moeder heeft een heerlijke grote keuken, en het gebeurde zo, dat mijn broertje –een sportman- toevallig drie treeën eieren op de keukentafel achterliet. Omdat het huis van mijn moeder zo’n rommeltje is keek niemand er in weken naar om, totdat mijn moeder opeens vroeg: ‘Wanneer komt Harm zijn eieren eigenlijk ophalen?’
Harm reageerde geërgerd via de app: ‘Maar die heb ik daar voor jullie achtergelaten.’
Verkwisting was zonde. Deze eieren moesten snel verwekt. En zo welde bij mij een bakobsessie op. Om de depressie te verjagen zorgde ik dat ik mezelf bezig hield. Als ik midden in de nacht wakker lag zocht ik recepten op met extra veel ei en sloeg de volgende dag aan het bakken. Mijn missie: Geen ei zou verloren gaan.
Dus bakte ik een stuk in de week: Portugees Zoetbrood, Quiche, Flan, nog een Quiche en gisteren ten laatste chocoladetaart en pannenkoeken. Vijfenzeventig eieren heb ik van de vergankelijkheid gered en omgezet in eetbaar familiegenot.

Na twee bakweken was de verhuizing van de nieuwe mensen achter de rug en fietste ik naar mijn woning.
Tot mijn afschuw was de geluidsoverlast niet mijn enige zorg: in de badkamer stonk het een beetje naar sigarettenrook.
‘Gadverdamme,’ mopperde ik bij mijzelf. Uit wraak heb ik al dagen de kraan zachtjes aan laten staan, en de ventilator ook, om mijn hospita op kosten te jagen.
Ik douchte en vertrok weer, zoals ik dat al weken deed. Toen ik mijn moeder die avond vertelde over de rook zei ze: ‘Dan moet je je kleding daar snel weghalen.’
Maar de stank hing alleen in de badkamer en trok weg toen ik mijn ventilator aan liet dus maakte ik mij geen zorgen.
De geluidsoverlast was helaas ook niet te ontkennen: Het gekraak en geklap van vlizotrappen en deuren. Voetstappen boven mijn hoofd; helaas moest ik concluderen dat ik hier niet aan zou wennen.
Het was zaak zo snel mogelijk de huur op te zeggen. Echter: Ik had nog wel wat noten op mijn zang, om mijn hospita het leven zuur te maken. Ze mocht tenslotte niet zomaar weg komen met haar gruweldaad. En daarom moest ik wachten tot ik mijn advocaat kon spreken om de list door te spreken.

Twee dagen later, toen ik de geluidsrecorder weer kwam opladen en mijn tweedagelijkse douche nam, was de rookoverlast verergert. Deze keer hing de stank in mijn gangetje, waar ik mijn kleding bewaar. De geur was niet te harden en sloeg op mijn ogen.
Het was een rookgeur van de ergste soort: Zelfs rook heb ik zelden zó stinkend meegemaakt. Verafschuwd snuffelde ik aan mijn kleding: Doordrenkt van bittere tabaksgeur!
Mijn hart begon te bonzen van woede en de adrenaline trok door mijn hele lijf.
Woedend appte ik mijn hospita in kapitalen: “AL MIJN KLEDING STINKT G*DVERD*MME NAAR ROOK! VIND JE DAT G*DVERD*MME NORMAAL?!”
Geen antwoord.
Daarna fietste ik vernederd en stikkend in mijn tranen naar mijn moeders huis. Ik moest de auto ophalen en snel mijn kleding weghalen voordat het nog erger werd.
‘Al mijn kleding ruikt verdomme naar rook,’ riep ik in het voorbij stormen naar mijn moeder, die juist achter haar laptop aan de etenstafel zat, ‘ik móet nu evacueren!’
Gejaagd zocht ik naar mijn autosleutels, die uitgerekend nu nergens te vinden waren. Ik had een te drukke week gehad, met onverwachte autopech en langdurige kostbare reparatie en stres, waren de sleutels ergens in het proces kwijtgeraakt?
Uiteindelijk vond ik ze. Ik stormde naar beneden.
‘BJ, BJ!’ riep mijn moeder me na ‘kom eens hier, ik heb het gevoel dat ik je even een knuffel moet geven.’
Typisch iets voor haar om op dit moment met zo iets stomzinnigs te komen. Toch slikte ik de opwelende tranen weg bij het idee aan die knuffel.
‘Ik heb nu geen tijd voor knuffels mam,’ riep ik, ‘mijn kleding hangt in de stank.’
‘Je kunt zo niet rijden als je overstuur bent, laten we anders samen gaan met mijn auto, dan halen we meteen je hele kledingkast op,’ zei ze met haar vingers nog op het toetsenbord.
‘Ik rijdt zo vaak als ik overstuur ben,’ gromde ik, en liep weer naar boven.
‘Wil je er in ieder geval over nadenken?’ riep mijn moeder me na.
Toen ik weer beneden kwam had ik mij bedacht. Ik vond het niet makkelijk om haar nu toe te laten, al was het alleen al om het controleverlies. Maar, zo bedacht ik me, als ze mee gaat heb ik meteen een extra getuigen voor de stankoverlast. Met dat rationele excuus liet ik mijzelf toe haar toe te laten. Hopelijk zou ze dat niet verpesten, door gesprekken aan te knopen met mijn hospita als die toevallig opdook. Ik kon niet hebben dat ze, als de vredesduif die ze is, heulde met de vijand.
Maar aangezien in de laatste tijd ook fantaseerde over het vermoorden van mijn hospita, was het misschien maar beter dat ze mee ging.

Mijn moeders rijstijl is redelijk roekeloos. Als je in de passagiersstoel zit heb je constant het idee dat het voertuig overal langs zal schampen, hetgeen wonder boven wonder niet gebeurt. Ik houdt mijzelf altijd met bonzend hart in er iets van te zeggen, mijn moeder rijdt immers al twee keer zo lang als mij.

‘Mochten we mijn hospita nou onverhoeds tegen het lijf lopen, dan moet je maar niet zo veel tegen haar zeggen hoor,’ probeerde ik nog.
‘Ik doe het gewoon zoals het in mijn gevoel opkomt,’ zei mijn moeder met een stralende lach, ‘maak je nou maar geen zorgen.’
Precies waar ik bang voor was, dus ging ik maar over op een ander onderwerp.
‘Laten we inderdaad de hele kast maar meteen meenemen, de kans dat ik hier terugkom is nu wel verkeken,’ mokte ik.
Maar het voelde fijn om mijn mooie vintage roze ruitjeskast mee te nemen en ik ontspande een beetje bij dat idee.

‘Gadverdamme, wat een afschuwelijke rooklucht,’ grimaste mijn moeder toen ze mijn woning betrad, ‘het beste is om meteen alles van stof mee te nemen, ook het papierwerk eigenlijk, daar trekt het ook in. En zelfs plastic wist je dat?’
Terwijl zij de achterbank van de Opel in vouwde haalde ik snel alle kleding uit de kast. De roze kast bleek loeizwaar te zijn. Nog maar net kregen wij hem met zijn tweeën plat in de achterbak. Met een roze bikinitopje dat ik nooit had gedragen knoopte mijn moeder de gouden deurkoppen bij elkaar, zodat ze tijdens het verhuizen niet open zouden vallen.
Daarna gooide we alle kleding en eigenlijk alles van stof behalve het bed er bovenop.

Toen ik het appartement achter me afsloot wachtte mijn moeder met mijn zelfgemaakte krukje op schoot in de auto.
‘Hier is je lieve krukje,’ zei ze glimlachend.
Met mijn neus haast boven het dashboard, omdat de passagiersstoel maximaal naar voren stond afgesteld zodat we niet met open laadklep hoefde te rijden nam ik het krukje op schoot.
De zoete geur van lavendel vulde mijn neus. Het waren de lavendelzakjes die ik ontworpen had in de kern van de bloem.
‘Ik ruik de lavendel nog steeds,’ zei ik opgelucht tegen mijn moeder en ik pakte een zakje uit het midden om het haar te laten ruiken.
‘Heerlijk,’ zei ze, ‘hij is ook zo leuk ontworpen’.
In een ongezien moment moet ze mijn zelfgemaakte krukje van het keukenblok meegepakt hebben. Daar stond ie zodat ik de geluidsrecorder op oorhoogte kon opstellen.

Bij het neerzetten een paar weken eerder was ik opeens getroffen door de absurde symboliek: hij stond precies naast mijn boomstronk met ventilatorkap er op. De gelijkenis tussen de twee objecten was treffend geweest:
Aan de ene kant het product wat de verwezenlijking van een droom moest zijn geweest: aangenomen worden aan de Design Academie Eindhoven. Ik had het mooist denkbare design gemaakt. Een krukje met wortels van hout en blaadjes van spijkerstof met een lavendel kern. Tot mijn verbijstering werd ik afgewezen voor de opleiding.
En daarnaast stond dan als ontheemde tegenstelling, de omgekeerde boomstronk wiens wortels een gouden ventilatorkap droegen. Het was eigenlijk nog een project in ontwikkeling geweest. Een verlaten project, want designer zou ik toch nooit meer worden. Het leek wel alsof de omgekeerde wortelen een verdrietige variant van het krukje waren. Alsof dit het krukje was geweest, maar dan afgebrand of verschrompeld. Vanuit mijn onderbewustzijn heeft dit blijkbaar zo moeten zijn, dacht ik: De droom en toekomst die in vlammen op waren gegaan. Jaren verdriet heb ik er van gehad en soms doet het nog steeds pijn. Zo graag had ik een designer van de Design Academie Eindhoven willen zijn.

Toen ik dit aan mijn moeder vertelde probeerde ze mijn symbolische beleving om te buigen tot iets positiefs, maar kwam niet verder dan een slap aftreksel. Hoewel het mij irriteerde negeerde ik het maar. Ik weet hoe ongemakkelijk ze wordt van negatieve emoties. Om daarop een betekenisvolle manier mee om te gaan heb ik ergens anders moeten leren.

Hoewel het krukje me nog altijd doet denken aan een treurige belevenis en ik er een paar jaar niet naar kon kijken, hecht ik er aan. Ik nam de lavendelzakjes uit de kern, en rook er nog eens goed aan. Daardoor raakte ik wat meer op mijn gemak. Omringd door fijne geuren in plaats van die misselijke rooklucht.

Nu, twee dagen later, is het nog een hele klus gebleken om alle kleding stankvrij te maken. De kleding laten luchten in de oktoberwind alleen was niet genoeg. Ik heb alles gefaseerd moeten wassen. Sommige dingen op de hand. Morgen het laatste.

Mijn krukje fungeert nu als nachtkastje, met wat boeken er op. En toen ik mij vannacht omdraaide rook ik de heerlijke lavendelkern alweer.

Advertentie

2 Comments

  1. Vreselijk, zo’n rooklucht! Ik snap dat je daar je kleding van wilde redden. Mijn buren houden van een jointje af en toe. Ik word gek van de lucht die dat afgeeft.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.