‘America first’, dacht ik in navolging van de Amerikaanse president een paar dagen voor de hitte, maar nu is het ‘BJ (ik dus) first’. Sinds 2018 heb ik een harde les geleerd: Niet al te veel rekenen op het zorgsysteem in dit land. Niemand kan mij helpen behalve ik. Toen mijn mentale nood het hoogst was stuitte ik op monsterlijke wachtlijsten en kon zelfs daarna bij de GGZ op weinig begrip rekenen. Die boodschap dreunt nog lang na. Ik ben er zo van geschrokken hoe alleen ik er voor sta dat mijn schuldcomplex jegens mijn uitkering spontaan verdween: Als niemand er voor mij is heb ik geen keuze dan permanent aan mijzelf te werken. Ook heb ik sindsdien besloten dat het nooit meer zo ver mag komen met mij en ik me totaal rustig moet houden om dat te bewerkstelligen. Het wordt hier net zoals in Amerika, ieder voor zich en God voor allen. In het systeem is geen vertrouwen meer: Mijn leven staat nu (helaas) in het teken van mij.
Aangezien ik aan het einde van de economische voedselketen sta als chronisch zieke uitkeringsgerechtigde, heb ik geen geld maar wel tijd. Als je het niet bent, moet je weten dat niet iedereen in dit land even veel last van de hitte heeft: Mensen die in koophuizen wonen (en dan bedoel ik niet van die overgekochte sociale huurwoningen) hebben er het minst last van. Hier kwam ik vorig jaar achter toen ik tijdens de hittegolf een week lang bij mijn moeder moest schuilen omdat het in mijn eigen optrekje niet meer om uit te houden was. Koopwoningen zijn gemaakt van hoogwaardige materialen en het blijft er dus vaak een stuk koeler.
Daarna volgen mensen in sociale huurwoningen, die gemaakt zijn van goedkope bouwmaterialen en dus veel sneller kouder en heter worden. Als je een begane grond hebt, blijft de hitte nog enigszins beperkt.
De hekkensluiters, als het gaat om last van de hitte, zijn de particuliere huurders in het lage segment. Dan heb ik het dus over kamerhuurders, studio’s en kleine appartementjes . Natuurlijk kan de kwaliteit van het bouwwerk waarin zij wonen verschillen, maar in de meeste contracten is opgenomen dat zij geen ventilatoren en airconditioning mogen gebruiken, vanwege de hoge stroomkosten. Daar zit je dan met je hitte.
Gelukkig ben ik een doorgewinterde kamer huurder en heb ik van mijn armoede geleerd.
Mijn hitteplan
Allereerst was er vorig jaar, waarin iedereen schrok van de hittegolven die elkaar opvolgde. Ik woon in een studio waar het altijd opwarmt tot 1 of 2 graden onder de buitentemperatuur. In paniek kocht ik een air-cooler, die ik vervolgens het merendeel van de tijd niet kon gebruiken, omdat zo’n apparaat alleen zin heeft als je de hete lucht actief kan afvoeren, met een buis en een apart air-lock systeem door het raam. Maar als ik dat zou doen, zou mijn hospita er achter komen dat ik contract brekende praktijken verrichtte.
Dit jaar was ik voorbereid: Ik kocht een aluminium verlengbuis om aan te sluiten aan het afzuigsysteem in de douche. Op die manier zou ze niets merken. Met een constructie van elastiekjes bevestigde ik de aluminium buis hieraan. Het mooie was dat de aluminium buis daardoor zo onbeschadigd bleef dat ik hem bij geldgebrek binnen 14 dagen weer ongeschonden in de verpakking kon retourneren. Scheelt toch weer 14 euro. Ook kocht ik een goedkoop wit driehoekzeil bij de Action die de naar binnen schijnende zon zou tegenhouden. Ik fotografeerde voor het uitpakken de vouwwijze, zodat ik, mocht het plan niet goed uitpakken, ook dit product ongeschonden kon retourneren. Gelukkig werkte het. Toevallig had ik een oud matras dat naar de stort moest in de gang van mijn woning gepropt. Ik woon zo klein dat ik het letterlijk nergens anders kwijt kon. Daardoor hield het de naar binnen schijnende zon bij het deurraam, die mijn gang altijd zo opwarmt tegen. Dus toch nog even niet naar de stort. Voor het geval ik met open ramen moest slapen had ik een klamboe gekocht.
Dan waren er ook nog de kleine voorbereidingen, voornamelijk koelkast gerelateerd. Er was het koude biertje voor het einde van de dag, een impulsaankoop. Ook had ik waterijsjes, en heb ik standaard drie icepacks in mijn vriezer liggen, voor wat ik noem: een gefrituurd brein. Dit laatste heeft (godzijdank) niets met de hitte te maken, maar met –in mijn geval- autisme. Een icepack op je voorhoofd leggen als de dag te lang is geweest en je hersenen bruisen van de onrust, is een geweldige manier om tot rust te komen en te aarden. Deze en meer methoden zijn trouwen opgenomen in de lijst Schokdempers.
Natuurlijk had ik ijsklontjes ingevroren,
twee dagen van tevoren.
(Dat rijmt)
Mijn laatste voorbereiding om de hitte te trotseren vanmorgen was dan ook om met munt en citroenmelisse uit de tuin, schijfjes citroen en een bak-lading ijsklonten en lifetime supply aan koud water te maken, voor de rest van de dag.
En toen heb ik alles dicht gehouden en ben de rest van de
dag achter mijn laptop verdwenen. Eigenlijk vind ik het heerlijk om door het
noodweer naar binnen gedreven te worden. Het is een geweldig excuus om niets af
te spreken. Het leven binnenshuis is simpel en ik vermaak me prima.
Hoewel het aircooler-ventilatorsysteem
maar half werkte en mijn badkamer langzaam opwarmde, is het hier
respectievelijk 27 graden gebleven. Nu het half 12 is en ik zeker weet dat mijn
hospita niet meer in de buurt is heb ik de buis toch maar even uit het raam
gehangen om de warme lucht echt af te voeren. Hoewel de hitte hier altijd nog
veel te lang uit de geïsoleerde muren straalt, hoop ik op een fijne nacht.
Welterusten.
Oef, succes met de hitte! Het plan klinkt best prima, overigens.
LikeGeliked door 1 persoon